68 Valentijn, Francois (1666-1727)
Oud en nieuw Oost-Indien. 1724-1726. 5 vols.

[Volume Ia]
OUD en NIEUW OOST-INDIEN, VERVATTENDE Een Naaukeurige et Uitvoerige Verhandelinge van NEDERLANDS MOGENTHEYD In die GEWESTEN, BENEVENS Eene wydluftige Beschryvinge der MOLUCCOS, AMBOINA, BANDA, TIMOR, en SOLOR, JAVA, en alle de Eylanden onder dezelve Landbestieringen behoorende; het Nederlands Comptoir op SURATTE, en de LEVENS der GROOTE MOGOLS; ALS OOK Een Keurlyke Verhandeling van 't wezentlykste, dat men behoort te weten van CHOROMANDEL, PEGU, ARRACAN, BENGALE, MOCHA, PERSIEN, MALACCA, SUMATRA, CEYLON, MALABAR, CELEBES of MACASSAR, CHINA, JAPAN, TAYOUAN of FORMOSA, TONKIN, CAMBODIA, SIAM, BORNEO, BALI, KAAP DER GOEDE HOOP en van MAURITIUS. Te zamen dus behelzende niet alleen eene zeer nette Beschryving van alles, wat Nederlands Oost-Indien betreft, maar ook 't voornaamste dat eenigzins tot eenige andere Europeers, in die Gewesten, betrekking heeft. Met meer dan thien honderd en vyftig Prentverbeeldingen verrykt. Alles zeer naaukeurig, in opzigt van de Landen, Steden, Sterkten, Zeden der Volken, Boomen, Gewasschen, Land- en Zee-dieren, met alle het Wereldlyke en Kerkelyke, van d'Oudste tyden af tot nu toe aldaar voorgevallen, beschreven, en met veele zeer nette daar toe vereyschte Kaarten opgeheldert DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. IN VYF DEELEN.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXIV [1724]. MET PRIVILEGIE.
[1], [1], [38], 316 p., [8] leaves of plates. 33 cm.


[Volume Ib]
UITVOERIGE BESCHRYVING DER VYF MOLUCCOS, BESTAANDE In een zeer Nette en Breede Landbeschryving van TERNATE, TIDORE, BATSJAN, MAKJAN, MOTIR, En de Eylanden daar onder behoorende; Benevens een Beschryving van de voornaamste ZAAKEN en GESCHIEDENISSEN Daar in, van ouds her tot nu toe, voorgevallen. Met verscheide fraaje Kaarten, en Teekeningen daar toe behoorende, byeengezameld, en uitgegeven DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. EERSTE DEEL.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXIV [1724]. MET PRIVILEGIE.
[1], [2], 428, [28] p., [7] leaves of plates. [2] sheets of tables.

[DS/618/Va](00087704)



[Volume II]
BESCHRYVING VAN AMBOINA, VERVATTENDE Een wydluftige Verhandeling van het zelve, en van alle de Eylanden, daar onder behoorende, te weten, van 't groot Eiland CERAM, BOERO, AMBOINA, HONIMOA, NOESSA-LAOET, OMA, MANIPA, BONOA, KELANG, En meer andere Eylanden, in het Werk voorkomende; Behelzende een treffelyke LANDBESCHRYVING van alle die EYLANDEN, Volgens zeer nette Kaarten; mitsgaders een verhaal van de Gewoonten, Zeden, en Plegtigheden van de Inwoonders der zelven. En een omstandig Verhaal van de oudste WERELDLYKE GESCHIEDENISSEN, En ZAAKEN, in AMBOINA, En in alle de voorschreven Eylanden, tot nu toe voorgevallen. Met zeer veel nette Prentverbeeldingen verciert, en opgeheldert DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. TWEEDE DEEL.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXIV [1724]. MET PRIVILEGIE.
[1], 351, [10], 282, 48 p., [20] leaves of plates. [4] sheets of tables. 33 cm.

[DS/618/Va](00087705)



[Volume IIIa]
Omstandig Verhaal van de GESCHIEDENISSEN en ZAAKEN HET KERKELYKE ofte den GODSDIENST Betreffende, zoo in AMBOINA, Als in alle de EYLANDEN, daar onder behoorende, Van de Oudste Tyden af tot nu toe, Benevens een Fraaye Verhandeling der BOOMEN, PLANTEN, HEESTERS, enz. Als ook der LAND-DIEREN, VOGELEN, VISSCHEN, HORENKENS, en ZEEGEWASSCHEN, in en by dezelve Eylanden vallende; Mitsgaders een Naaukeurige Beschryving van BANDA, En de EYLANDEN, onder die Landvoogdy begrepen, Als ook der Eylanden TIMOR, en SOLOR, CELEBES, ofte MACASSAR, BORNEO, en BALI, Mitsgaders van de Koningryken TONKIN, CAMBODIA, en SIAM, Benevens een Verhaal der ZAAKEN, in de voornoemde Eylanden, en Koningryken, tot nu toe voorgevallen; Met zeer nette Prentverbeeldingen, en Landkaarten verrykt DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. DERDE DEEL.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXVI [1726]. MET PRIVILEGIE.
[1], [4], 515 p., [78] leaves of plates. [2] sheets of tables. 33 cm.


[Volume IIIb]VERHANDELING DER ZEE-HORENKENS EN ZEE-GEWASSEN In en omtrent AMBOINA En de naby gelegene EYLANDEN, Mitsgaders een naaukeurige Beschryving van BANDA en de EYLANDEN onder die Landvoogdy begrepen. Als ook der Eylanden TIMOR en SOLOR, CELEBES ofte MACASSAR, BORNEO en BALI. Mitsgaders van de Koningryken TONKIN, CAMBODIA, en SIAM. Benevens een Verhaal der Zaaken in de voornoemde Eylanden en Koningryken tot nu toe voorgevallen. Met zeer nette Prentverbeeldingen en Landkaarten verrykt, DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. DERDE DEELS TWEEDE STUK.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXVI [1726]. MET PRIVILEGIE. 517-586, [1], 259, 96, [18] p., [29] leaves of plates. 1 sheet of tables.

[DS/618/Va](00087706)



[Volume IVa]
BESCHRYVING VAN GROOT DJAVA, OFTE JAVA MAJOR, BEHELZENDE Een zeer fraaje LANDBESCHRYVING van dit magtig EYLAND, Benevens een aanwyzing der Landen onder den Keyzer van JAVA, onder den Koning van BANTAM, onder SOERAPATI, en den Prins van BALAMBOANG, Behoorende, met de Zaaken tot alle die Vorsten betrekkelyk, En voornamentlyk een Verhaal van het Koningryk JAKATRA, of van de Landen, onder de E. NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPY behoorende; Mitsgaders een omstandige Beschryving der Stadt BATAVIA, haare Verovering, en Grondvesting, benevens de LEVENS der OPPERLANDVOOGDEN van INDIEN, Als ook een Beschryving van het Nederlands Comptoir in SURATTE, En van de Levens der GROOTE MOGOLS; Mitsgaders een Verhaal der Zaaken van CHINA, Nevens een Beschryving van 't Eyland, FORMOSA, ofte TAYOUAN, en de Zaaken daar toe behoorende; waar agter gevoegt zyn des Schryvers UYT- en T'HUYS-REYZEN, Met verscheide Teekeningen, en Landkaarten, daar toe dienende. DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. VIERDE DEEL.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXVI [1726]. MET PRIVILEGIE.
[1], 311, 166, [26] p., [23] leaves of plates. 33 cm.


[Volume IVb]
ZAAKEN van den GODSDIENST OP HET EYLAND JAVA, Als ook een Beschryving van het Nederlandsch Comptoir in SURATTE, En van de levens der GROOTE MOGOLS, Mitsgaders een Verhaal der Zaaken van CHINA. Nevens een Beschryving van 't Eyland FORMOSA ofte TAYOUAN, en de zaaken daar toe behoorende; Waar achter gevoegt zyn des Schryvers UYT en t'HUYS-REYZEN. Met verscheyde Teekeningen en Landkaarten, daar toe dienende, DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. VIERDE DEELS TWEEDE STUK.
Te Dordrecht, By JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [By] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXVI [1726]. MET PRIVILEGIE.
[1], 491 p., [47] leaves of plates.

[DS/618/Va](00087707)



[Volume Va]
Keurlyke BESCHRYVING van CHOROMANDEL, PEGU, ARRAKAN, BENGALE, MOCHA, Van 't Nederlandsch Comptoir in PERSIEN; en eenige fraaje Zaaken van PERSEPOLIS overblyfzelen. Een nette Beschryving van MALAKKA, 't Nederlands Comptoir op 't Eiland SUMATRA, Mitsgaders een wydluftige LANDBESCHRYVING van 't Eyland CEYLON, En een net Verhaal van des zelfs Keizeren, en Zaaken, van ouds hier voorgevallen; Als ook van 't Nederlands Comptoir op de Kust van MALABAR, en van onzen Handel in JAPAN, En eindelyk een Beschryving van KAAP DER GOEDE HOOPE, En 't Eyland MAURITIUS, Met de Zaaken tot alle de voornoemde Ryken en Landen behoorende. Met veele Prentverbeeldingen, en Landkaarten opgeheldert. DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. VYFDE DEEL.
Te Dordrecht, by JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [by] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXVI [1726]. MET PRIVILEGIE.
[1], 360, 46, 462 p., [31] leaves of plates. 33 cm.


[Volume Vb]
BESCHRYVING Van 't Nederlandsch Comptoir op de Kust van MALABAR, En van onzen Handel in JAPAN, Mitsgaders een Beschryving van KAAP DER GOEDE HOOPE En 't Eyland MAURITIUS, Met de zaaken tot de voornoemde Ryken en Landen behoorende. Met veele Printverbeeldingen en Landkaarten opgehelderd DOOR FRANCOIS VALENTYN, Onlangs Bedienaar des Goddelyken Woords in Amboina, Banda, enz. VYFDE DEELS TWEEDE STUK.
Te Dordrecht, By JOANNES VAN BRAAM, [Te] Amsterdam, [By] GERARD ONDER DE LINDEN, Boekverkoopers. MDCCXXVI [1726]. MET PRIVILEGIE.
[1], 48, 166, 160, [36] p., [18] leaves of plates.

[DS/618/Va](00087708)


日本関係記事
[Volume Ia]
TWEEDE BOEK.
DERDE HOOFDSTUK.
Japan ontdekt.p. 106.
[Volume IVb]
BESCHRYVINGE VAN DE STAD BATAVIA. VYFDE BOEK.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Het leven van den Heer Opperlandvoogd Joannes Camphuis.p. 316, p. 322.
[Volume Vb]
BESCHRYVINGE VAN DEN HANDEL en VAART DER NEDERLANDEREN OP JAPAN. NEGENDE BOEK.
EERSTE HOOFTSTUK. Toeleg des Schryvers by zyne verhandeling van Japan. Op wat breedte en lengte Japan legt. Grensen van dit Land. De groote des zelfs. En verdeeling. Japan een Keizerryk. Het Eiland Bungo. Koninkryken op 't zelve. De Stad Cangoxuma. De Stad Nangasakki. Beschryving van de Landstreek van Nangasakki tot Firando toe. De Stad Fiseen. Verscheide Eilanden. De Stad Onnewari. De Stad Assia. En Cokora. 't Eiland Tonsa of Cicoko beschreven. 't Groot Eiland of vast land van Japan. Lengte en breedte van 't zelve. Is zeer bergagtig. De Stad Cammenosacki. Mewarra. De Stad Moero. Akais. De groote Stad Osacca. De Stad Saccai. De Stad Jonda. De groote Stad Miako. De Stad Quano. De Stad Mia, en Owarri. De Stad Acasacki. En Josinda. 't Dorp Mitzki en Surunga. De Stad Odowarra. De Stad Jedo. De straat van Tzungaar. Het Land van Jesso. Hoe verre zich dit uitstrekt, heeft men niet konnen navorschen. Wat dit Land geeft.p. 1-14.
TWEEDE HOOFTSTUK. Net bericht van 't Eiland van Japan; bestaande in 69 Landschappen. De twee groote Landwegen van Japan. Van 't Land van Jesso, en van des zelfs volkeren. A. 1684 gaat een Japans Priester na Jesso. De Japanders meenen, dat Jesso aan Tartaryen vast is. Nader onderzoek door een Keizerlyk Jonk toen gedaan. Dat in nieuw Nederland schynd vervallen te zyn. 't Groot Land van Japan is een Eiland. En niet aan Jesso vast. 't Geen ons door de Japanders eenparig, en door oog-getuigen verzekerd is. Nader berigt van Jesso. 't Staaten-Land. Compagnies-Land. Waar de tweede Landweg is. 't Eiland Tutsima. Listen der Japansche Keizers om de Lands-Heeren kleen te maken.p. 14-23.
DERDE HOOFTSTUK. Marcus Paulus Venetus hier A. 1275. als d'eerste Europiaan geweest. Wat voor Portugeesen dit land eerst ontdekten A. 1542. Xavier gaat derwaards A. 1549. Wie hy daar liet. Hun groote handel hier, en waar door die gestremd is. Linschoten de eerste Nederlander hier A. 1584; dog in dienst der Portugeesen. Komst der Nederlanders hier eerst A. 1600. met Erasmus. Hoe de Portugeesen deeze schipbreukelingen vervolgden. Dat God anders schikt. Doch moesten 3 a 4 jaar hier blyven. Hun vertrek A. 1604 uit Japan na Patani, daar zy A. 1606 eerst komen, en van 't Opperhoofd, en van Matelief wel ontfangen werden. Quakernaaks verder wedervaren. Mateliefs ontmoeting van eenige Japansche roovers. Sandvoord A. 1608 weer na Japan. Zyn gesprek met den Keizer, en zyn verdre gevallen. A. 1609 komen de twee schepen, de Roode Leeuw met pylen, en de Griffioen hier. Van den Broek en Puik Gezanten aan den Keizer, krygen allereereerst een pas van Goysio Samma, om vry te handelen. Iaques Specx en Pieter Segertszoon A. 1611 hier. Willem Adamszoon een groot gunsteling by den Keizer, enz. De Heer Brouwer hier A. 1613. A. 1614. door de Heer Specx weer vervangen. Brief van dien Heer aan Sandvoord. Brief van Specx aan Sandvoord A. 1615. A. 1616 richt Specx hier de Hollandsche Logie op. En blyft hier tot A. 1621. Verdedig-schrift van de Heer Specx aan den Zeevoogd de Heer Willem Ianszoon overgegeven A. 1621. Toond dat zyn verblyf hier buiten schade der E. Maatschappy, en tot voordeel der zelve strekken zou. Wyst aan wat 'er aan 't Hof voor ons te verrichten zy. Memorie van eenige Artikelen van 't Hof mede gebracht, en met zyne aanmerkingen overgeleverd. Hoe Specx by zyn optogt alles hoopte te herstellen. Waar op zyn verzoek vernieuwde. Nader bewys, dat de Heer Speck in Japan maar tot A. 1621 gebleven, en kort 'er aan op Batavia geweest is.p. 23-32.
DERDE[sic] HOOFTSTUK. Nyenroode A. 1621. Willem Janszoon A. 1630. Coekebacker A. 1633. Caron A. 1639. In wat levens-gevaar hy geweest is. Hy was een deftig Koopman, en een fyn Staat-kundige. Wat hooge bedieningen hy bekleed heeft. Bericht van Caron A. 1642 aan haar Hoog Mog. Crammer verving hem A. 1640. Le Maire A. 1641 Opperhoofd. Onze verhuizing van Firando na 't Eiland Decima A. 1641. Beschryving van 't zelve. Hoe wonderlyk de Japanders hier met ons leven. De Japansche gewoonten by 't komen van onze schepen, enz. Elserak A. 1641 Opperhoofd. Overtwater A. 1642. Elserak A. 1643 Opperhoofd. Overtwater A. 1644. Van Tzum A. 1645. Verstegen A. 1646. Coyett A. 1647. Snoek A. 1648. Blokhovius gaat A. 1649 als Gezant. Die, by zyn overlyden, door Frisius vervangen werd. Bronkhorst A. 1649. Opperhoofd. Sterthemius A. 1650. Van der Burg A. 1651. Coyett A. 1652. Happart A. 1653. Winnings A. 1654. Boucheljon A. 1655. Wagenaar A. 1656. Boucheljon A. 1657. Wagenaar A. 1658. Boucheljon A. 1658. Indyk A. 1660. Van Lier A. 1661. Indyk A. 1662. Volger A. 1663. Gruis A. 1664. Volger A. 1665. Six A. 1666. Ranst A. 1667. Six A. 1668. Francois de Haze A. 1669. Caesar A. 1670. Camphuis A. 1671. Caesar A. 1672. Camphuis A. 1673. Caesar A. 1674. Camphuis A. 1675. Dirk de Haas A. 1676. Brevink A. 1677. Dirk de Haas A. 1678. Brevink A. 1679. Van Schinnen A. 1680. Canzius A. 1681. De eenigste Hollander die tot die tyd toe den Keizer gezien heest. Cleyer A. 1682. Ranst A. 1683. Van Buitenhem A. 1684. Cleyer A. 1685. Die uit Japan gebannen wierd, en om wiens wil 39 Japanders om 't leven gebracht zyn. Ranst A. 1686. Van Buitenhem A. 1687. Van Outhoorn A. 1688. Sweeris A. 1689. Van Buitenhem A. 1690. Van Outhoorn A. 1691. Van Buitenhem A. 1692. De Heere A. 1693. Dykman A. 1694. Van Outhoorn A. 1695. Dykman A. 1696. De Vos A. 1697. Dykman A. 1698. De Vos A. 1699. Dykman A. 1700. Douglas A. 1701. De Groot A. 1702. Tand A. 1703. De Groot A. 1704. Mensing A. 1705. De Groot A. 1706. Mensing A. 1707. Mansdale A. 1708. Mensing A. 1709. Van Hoorn A. 1710. Lardyn A. 1711. Van Hoorn A. 1712. Lardyn A. 1713. Die A. 1714 met den Aron verongelukt. Ilha de Paracellas zeer net beschreven. Verdre gevallen der Schipbreukelingen. Bodaan 1714. Van Hoorn A. 1715. Aouwer A. 1716. Van Vrybergen A. 1717. Aouwer A. 1718. Van Vrybergen A. 1719. Diodati A. 1720. Durven A. 1721. Van Baten A. 1722. Thedens A. 1723. Dureen A. 1724. Waaren hier getrokken A. 1669. en ook A. 1712. Waaren hier vallende. Ouden handel, en winsten in Japan, doch nu zeer vermindert.p. 32-48.
VYFDE HOOFTSTUK. Hoe lang een opreize duurd. Ojevaars in de Winter, en meer andre Vaderlandsche Vogels hier. Japansche bedienden A. 1679. Verder bericht van den handel der bedienden hier. Verslegting van dezen handel. Wat Natien hier nu al handelen. Uittrekzel van den Japanschen Almanach. Naamen van hunne Jaaren. Lyst van eenige Japansche Keizers. Een net verhaal der eerste Keizers. En voor al van Taycosamma. Die vergeven werd, en een Zoon nalaat. Over welken hy Ongoschio tot Voogd kiest, die nader beschreven werd. Werd Heer van verscheide Landschappen, zoekt Fideri van kant te helpen. Belegerd het Kasteel van Osacca. Maakt, op zyn Dogters voorbede, een geveinsde vrede met hem. Die Ongoschio trouwloos breekt. Ongoschio nu Keizer, en Gorgin genaamd. Geeft aan de Nederlanders 't eerste verlof, om hier te handelen. Stierf A. 1616. Zyn bestel ontrent zyn vyf Zoonen. Toeleg van zyn oudsten Zoon, om zich Keizer te maken, en waar op Taytokouni ten eersten als Keizer voorgesteld werd. Die aan 't geslagt van Mino ongemeene gunst bewees. De Heer van Surunga snyd zich zelven, nevens zyn voester, den buik op. Dood des Keizers Taytokouni A. 1631. Zyn Zoon Dayom volgd. En regeerd tot A. 1651. En na hem Ginjoin. Het gezag van 't Huis van Minosamma. 't Gevoelen, dat 'er onze Maatschappy A. 1666 af had wegens 2 lantaarnen, door ons aan den Keizer vereerd. Ontosamma's gezag. Zelf over 's Keizers Broeder. Die zich den buik snyd. Dood van Ginjoinsamma A. 1680. Door Cinajoos vervangen. Die zich aan alle zyn vyanden wreekt. Zyn nieuwe Raadsheeren. Ongemeene trouwe daad van Iwamino. Hoe licht de Japanders zich den buik snyden. Dat door twee gevallen bewezen word. Wie de gunsteling van Cinajoos geweest zy. Zyn vervanger niet recht bekend. Lyst der Japansche Opperhoofden. Eenige tweeden van Japan. Japansche munten, en gewichten.p. 49-59.
ZESDE HOOFTSTUK. Een optocht na 't Keizerlyke Hof A. 1684, enz. gedaan. De Stad Sanga, en 't Kasteel Lusois. De Steden Coerme en Jannagawe. De beste Japansche Thee by Issiphaja. De Stad en 't Kasteel Courme. De Grenspaal van 't Landschap Fisien, enz. De gedaante der menschen hier anders als elders. En waarom. Overgang uit Tsukisen in Boysin, en komst in de Stad Cocora. 't Eiland Saykoks. Landen onder den Heer van Zatsuma, en wat 'er valt. Goede ordre op alles, tot de reis dienende, alhier. 't Vlek Seminoseki. De Landschappen Bongo en Souo.Het Eiland Cicoku. De groote Stad Firossima. 't Landschap Bitsihoe. De Stad en 't Kasteel Miwarra. De Stad en 't Kasteel Oos op Jio. De Gezant van Corea rust doorgaans op Soua. De Stad en 't Kasteel Imabarri. De Stad en 't Kasteel Squiamma. De Stad en 't Kasteel Takamats. De Stad Okojamma. De Stad Oko. De Steden Akais, en Fiongo. De Stad en 't Kasteel Ammakasacki. Osacca. Aanmerking over de reize hier te nemen. Nader beschryving van deze Stad, en 't Kasteel van Osacca. De Stad Miaco. De Stad Oots, en 't Meir 'er by, waar in veel Salm valt. 't Landschap Jessie. De Stad Quano. 't Landschap Owari. De Stad Mia. De Stad Nangoya met 't Kasteel. Mia en 't Kasteeltje nader beschreven. Mikawa. De Stad Okosakka. De Stad Josinda. 't Landschap Totomi. De Stad Fammamats. De Stad Kackingawa. De Stad Surunga. De Stad Odowarra. Een Meir boven 'er op. Salm, en andre visch 'er in. De Stad Jedo. En Kamakora. Hoe verre Nangasacki van Jedo is. 't Getal der Steden, Vlekken, en Dorpen tusschen beiden. Optogt van Nangasacki tot Jedo A. 1684 gedaan met een nette Lyst der plaatsen en mylen. De Japanders zeer vrugtbaar, volkryk, en werden oud. Weten van geen pest, buiten-reizen, noch Oorlog. Wat 'er in Jedo door 't Opperhoofd, enz. gedaan werd. Hoe men ten Hove gaat. En wat 'er verder geschied. Jedo beschreven. Zedert wat tyd de Keizers hier Hof hielden.p. 60-76.
SEVENDE HOOFTSTUK. Uittrekzel uit het Japans dag-register zedert A. 1635. Scherpe last aan de Portugeezen. Verbod aan de Japanders om na buiten te trekken. Scherpe last aan Koekebacker, om de Japansche bevelen stipt na te komen, enz. Wreede vervolging der Christenen. Gunstig opstel des Heeren van Firando. Zyn Ryx-Raaden. Portugeezen vastgezet. De Heer Nuyts uit zyn gevangenis ontslagen, Decima beschreven. Verlof ontrent het vertrekken onzer schepen. Goud-en zilver-ryk Eiland. Eenige Portugeezen vertrokken. A. 1637. Het Tonkins Hoofd Hartsink voor 's Konings Zoon verklaard. Zeldzaame brief hier over aan den Generaal, enz. Dood des Heeren van Firando. De onze beschenken den Opperpriester. Opstand in Arima. A. 1638. Bedryf van een Hollands Schip voor Arima. Einde van dien opstand. 't Portugees gezag zeer beteugeld. 20 Rokken d'eerstemaal by de onzen van den Keizer ontfangen. Een Hollander onthoofd. Den Heer van Arima snyd zich, op 's Keizers last, den buik op. A. 1639. Caron vervangt Koekebacker. Christenen in 's Keizers Paleis ontdekt. Alle Japansche Vrouwen met haare Kinderen by Hollanders, enz., na Batavia gezonden. Strenge last om de Christenen te vervolgen. Last wegens een Gezant van ons. Verwondering der Japanders over onze bomben. De Galleotten de vaart op Japan verboden. De Portugeesche gevangen Kapiteinen, enz., werd 't leven geschonken. Brand in Jedo. Te vergeefs vergoeding van een genomen Jonk geeischt. Macauw's verovering ons door de Japanders aangeraden. Groote eisch van Tayouaanse goederen, en den handel in Tonkin voortgezet. Twee schepen by Jedo gezien. A. 1640. Een Bottelier over overspel door de Japanders onthoofd. Carons handeling over 's Keizers pas, aan ons verleend. Vier Macauwse Gezanten met hun volk onthalst. En 't Galleot, en de goederen verbrand. Een groot leven over 2 niet opgegeven Konynen. Onze schepen mogen vertrekken, als zy willen. Alle wooningen, waar voor den datum in de gevel staat, af te breken. De Sondag te vieren verboden. Verwisseling der Opperhoofden jaarlyks. 't Slachten van Runderen onz verboden.p. 76-82.
AGTSTE HOOFTSTUK. A. 1641. Last om geen goederen te mogen ophouden, en om alles te verkoopen. Le Maire Opperhoofd. Carons gebouw doet ons veel quaad. 't Opperhoofd gaat met 't geschenk na Jedo. Last om uit Firando na Nangasacki met 't Comptoir op te kraamen. Wonderlyk spook over een Hollands dubbeltje in een Tsjineesch Jonk gevonden. Alle brieven van een schip geopend. Last om alle, uitgenomen 't Opperhoofd, te betasten. Nieuwe last op 't lossen der schepen. 't Begraven der dooden verboden. De Pakhuizen verzegeld. 't Vertrek der schepen vast bepaald. En andre bezwaringen opgekomen. Barbarisch antwoord op de vrage, om een Matroos te begraven. Huur van 't Eiland Decima. A. 1642. Oude graven in Firando verwoest. Elserak onbeleefd behandeld. Krygen eenige verlichting. Moeite door brieven harer Edelheden aan de Ryks-Raaden. Verscheide over alleen opkoopen van Ryst gekruicigd. Quelangs sterkte veroverd. Overtwater Opperhoofd. Verbod, om by de opreize niets te koopen, verkoopen, enz. A. 1643. Bericht aan de Japanders wegens het tienjarig bestand met Portugal. 20 Rokken door den Prins nu de eerstemaal aan de onzen geschonken. Brood-bakken ons toegestaan, dog den Japanders ongeoorloft. Een Hollands schip voor Nambo, verbod van geen vaartuig, op Japan handelende, te mogen beschadigen. Elserak Opperhoofd. Verscheide Roomsche Priesters vallen af. Onthaal der onzen by den Koning van Kinokuni. 't Schieten voor de wal op lyfstraf verboden. Verdre last ontrent een schip, voor Japan komende. A. 1644. Onderzoek na Roomsgezinden onder onze Dienaars. Hoe die van 't schip de Swaan behandeld zyn. De Kooplieden uit de Pakhuizen komende, betast. Verscheide Tsjineesen gestraft ove een gevonden Paternoster, enz. Opkomst van Yquan. Overwater Opperhoofd. A. 1645. Zware storm in Japan. De Heer van Tzum Opperhoofd. A. 1646. De uitvoer van 't koper toegestaan. Verstegen Opperhoofd. Groote magt van Tartars, die in Japan wilden vallen, verongelukt. En vreeze der Japanders voor hen. Een Tsjinees onthalst. De handel voor de Tartars opengesteld. A. 1647. 30 Keizers-rokken voor de eerstemaal ten geschenk. Yquan door den Tartar gevangen. Zagte handel der Tartars met gewillige onderdaanen. Twee Gallioenen met een Gezant uit Portugal helpen 't heel land in roeren. Groote moed der Japanders. De Keizer schenkt den Gezant 't leven. De Heer van der Lyn als Generaal voorgesteld. Coyett Opperhoofd.p. 82-89.
NEGENDE HOOFTSTUK. A. 1648. Goederen van den Keizer in ons Pakhuis geborgen. Brieven van den Generaal. De geslooten handel weer geopend. Snoek Opperhoofd. Gevaar van de Heer Coyett. A. 1649. Een markt-ganger aangesteld. De broodjens vermeerderd. Een Galdery aan 't Opperhoofds wooning toegestaan. Verzoek van 't Opperhoofd wegens de Hoeren. Onzen Gezant van Batavia verscheenen. Steen voor de Generaals huis van hier verzonden. Bronkhorst Opperhoofd. A. 1650. Voor de Hollanders ten Hove te spreeken, is zeer gevaarlyk. De schuld van den Heer van Firando stil quyt gescholden. Groote goedheit van den Stads-voogd tegen de onzen. Zware storm. Streng bevel, om den 20ste der 9de maan te moeten vertrekken. Moeite wegens Christi lyden op mes-hegten verbeeld. Sterthemius Opperhoofd. Door van Padre Joan, een afgevallen Jesuiet. Keizers geschenk aan de Vyerwerkers. A. 1651. Verbod van geen goed aan 't Hof te verkoopen. 's Keizers dood. Nieuwe beveelen ontrent onzen Godsdienst, enz. Des Tolks gunstig berigt van 't Hof. Zamenzweering tegen den Keizer ontdekt. Van der Burg Opperhoofd. A. 1652. Japansche straf over Sodomie. Dat de Opperhoofden mogen weer komen, toegestaan. 's Keizers bevel. Zeldzamen Japanschen eisch. 't Vlagge-Feest. Moeite over 't zwemmen van onze Matroozen. Uitstel ontrent 't vertrek der schepen. Coyett Opperhoofd. A. 1653. De door van 's Keizers Moeder. Verlof om eenig zilver uit een Gallioen, en verdre goederen, te visschen. Ordonnantie voor de beneden-tafel.Happart Opperhoofd. A. 1654. Zeldzame begravenis van Sr. Wakker buiten Jedo. Priesters, enz. verhoogd. Groote stoutheit der Banjoozen. Drie schepen gebleeven. 't Begraven onzer dooden weder toegestaan. Winnings Opperhoofd. Gevangene Kooplieden losgelaten.p. 89-93.
TIENDE HOOFDSTUK. A. 1655. Ocasacki's Kasteel. Wie aan 't Hof een Norimon gebruiken mag. Aardig antwoord op zekere vrage. 't Ontzegelen der luiken verzogt; dog geweigerd. Tempel des Daybots, enz. Reden over 't planten van de Meyboom gevorderd. De Pancado der zyde afgeschaft. 't Spreken met de Tsjineesen verboden. 't Ontzegelen der scheeps-ruimen hopeloos geworden; doch andre zaaken toegestaan. Komst van van Tzum. Boucheljon Opperhoofd. Papier met een kruis verboden. A. 1656. Vreugde-betuiging over 's Keizers herstelling. Wederkomst van onze Tolk van 't Hof, en zyn gunstig bericht. Een Siams Gezant onverrichter zaake afgewezen. Wagenaar Opperfoofd. A. 1657. Zware brand in Jedo. 's Keizers zorg voor ons volk. Moeite over 11 Tsjineesen van een veroverd Jonk. Een Struis aan den Keizer geschonken. De vertrek-dag der schepen vastgesteld. Gevaar des Opperhoofds. Zilver, enz. van Amdrea Pessoa's schip gevischt. Gezant van Coxinja aan den Keizer onverrichter zake te rug gezonden. A. 1658. Eenige Christenen gerecht. Wagenaar Hoofd. Reglement voor den Dispensier. A. 1659. Besluit des Opperhoofds om 't avond gebed te doen. Boucheljon Hoofd. Brief van een verliefden Misties.p. 93-97.
ELFDE HOOFDSTUK. De Ordonnantie des Keizers van Japan A. 1635, den 7 December in 't dagregister. No. 1. Bericht van den Heer van Firando aangaande de Hollanders aan de Ryks-Raaden. No. 2. De intrede der Gezanten van Corea te Jedo aan 's Keizers Hof. No. 5. Nieuwe last des Keizers om de Christenen te vervolgen. No. 6. Last des Keizers tot 't afbreken der nieuwe wooning, enz. op Firando. No. 7. Het geval de 10 Hollanders A. 1643 van Nambo na Jedo gevangen opgebracht. No. 8. Wat de Gezant Frisius aan 't Hof te Jedo verricht heeft. No. 9. 's Keizers ordre aan onze Opperhoofden hier overgeleverd. No. 10. Het blyven van drie schepen der E. Maatschappy. No. 11. Bericht van de Heeren Verstegen en Hagenaar. Bericht van de Heer Sterthemius A. 1652. Aanmerkingen over onzen staat in Japan A. 1707.p. 98-129.
TWAALFDE HOOFTSTUK. Een optocht na Jedo A. 1702. Februari. Hoe sterk de trein is. Fimi en Jangami. Isaphaja. Tackasacki. Caminoera. Jannagawa. Coerme. Sterke vorst in dese tyd. Jammage. Oetsino, en Itska. Coanossi. Kfrosacki. Cocfoera of Cocora. Semonoseki. Cammonseki. Camro. Joe, Soa, Bingonothomme. Sumotsoi. Fibi, Taccamats. Oesimada. Moero. Akas. Fiongo. Osacca. Firakatta. Miaco. Hoe by den grooten Richter onthaald wierden. Awattagoets. Coesats. Soetsiamma. Sacanosta. Sekinozizi. Isiacoets. Quano. Okasacki. Akasacka. Arraay. Fammamats. Foekeroy. Nisacca. Canaje. Oesimada. Ocabe. Marico. Jeseri. Okits. Josiwarra. Misima. Faconitoge. Odawarra. Afbeelding van een Heer, die in een Noriman gedragen werd. Cammagawa. Sinnagawa. Jedo. Geven kennis van hun aankomst, en werden beleefd verwelkomt van verscheide. Kosten, door den Heer van Canga, om den Keizer te onthaalen, gedaan. 't Opperhoofd doet die gene, die hem verwelkomt hadden, bedanken. Spreken met 's Keizers Wondheeler, en meer andre. Menigvuldige brand. Bekendmaking van hun aanstaande gehoor by de Keizer, enz. 't Opperhoofd, de Heer Douglas, met eenige andren, en met zyn Zoontje, verschynen voor den Keizer. 't Verder voorgevallene daar. En ook aan de huizen der Ryx-Raaden. Zorge der grooten voor de onzen by brand gedragen, waar voor de onzen hen doen bedanken. Kregen hun afscheid van den Keizer. En de verdre zaaken toen voorgevallen. De onzen, door dezen en genen beschonken zynde, nemen hun afscheid. Weder brand. Cannagawa. Groete aan de Heer van Kinokuni gedaan. Oizo. Odawarra. Faconitoge. Misima. Josiwarra. Cambarra. Jesiri. Marico. Ocabe. Cannaja. Nisacca. Mutske. Fammamats. Foetagawa. Acasacka. Ofamma. Seriuw. Mia. Quano. Jocaits. Sekinozizo. Sacanosta. Soetsiamma. Isibe. Oots. Miaco. Kiomiets. Zien eenige Tempels. Osacca. Groote geldleening des Keizers aan de Leveranciers van 't Koper. Vertrek van Osacca. Amagasacki. Niesnomia. Fiongo. Camro. Cammonoseki.Cocora. Kfrosacki, en Coanossi. Jammaye. Maatscasacki. Coerme. Jannagawa. Isafaje. Decima. Onkosten op deze reize gevallen. Rust-en eet-plaatzen, daar zy stil hielden. Groote stiptheit der Japanders in 't nakomen der beveelen. Willen geen hond quaad gedaan hebben. Straffen 't sluiken vry streng. Zedert wanneer de roers niet van de scheepen gelicht zyn. Belasten A. 1696 de onzen tot op 't lyf toe te bevoelen. Andre dwaasheden, en kribbigheden van hen, aangehaald.p. 130-143.
DERTIENDE HOOFDSTUK. Van den Godsdienst der Japanders. En wel van den Heidenschen. Zy zyn Pythagoristen in 't stuk van de verhuizing der zielen. Konnen God in hun taal niet noemen. Hunne verscheidene Secten, tot drie voorname gebracht. Wie onder hen den Duivels-dienst, enz., invoerde. Priesters. Kloosters. Tempels onder hen. Waar in 't voornaamste van hunnen Godsdienst bestaat. Hunne Feesten. De Dayro, hun Paus. Net bericht wegens den zelven. Eere hem beweezen. Zyn Vrouwen. Was hoofd der Geestelyken en Wereldlyken. Zyn oudste Zoon zyn opvolger. Zyn tweede Zoon Veldheer. Ware grond van des Dayro's val. Zyn derde Zoon werd mede-Veldheer, en tracht zich meester van 't Ryk te maken. 't Geen hem eenigzins belet werd. Keizer Tayko's eerste opkomst. De Japanders voeren, na hunne jaaren en ampten, verscheide naamen. Hoe hy eerst Soldaat wierd. En zich by den Veldheer geacht maakte. Werd Veldheer verklaard. Een groot vermeerderaar van 's Keizers inkomsten. Hy werd om de West met een Leger gezonden. Keizer Nobenaga dood zich zelven, door misleiding van een Raadsheer. Die zich als Keizer zoekt op te werpen, dat hem Tayko belet, die zyn Meesters dood wreekt. En daar op als Keizer voorgesteld, en door den Dayro bevestigd werd. Groote overeenkomst van den dienst der Japanders met de Roomschen. Hunne geestelyken alleen oordeelen van de geschillen. Hunne hoofd-geboden.p. 143-150.
VEERTIENDE HOOFTSTUK. Van den Roomschen Godsdienst. Xaverius komt A. 1549 in Japan. Wat voortgang en vrugt hy daar deede. Waarom de Koning van Cangoxuma de Christenen begunstigde. En wanneer dit ophield. Waar door Xaverius yver hier vruchteloos was. Zyn vertrek na Firando. Hy gaat na Amanguci, Miaco, enz. Cosmus de Torres, Fernandez, en Gagus, bleven hier in Xaverius plaats. Vriendschap des Konings van Bungo, aan hem. Ten bewyze dat het Christendom hier doorbrak. Naamen der Jesuieten hier toe gebruikt. Japansche Koningen bekeerd. Hunne Gezanten A. 1582 na Romen. Gevolgen van 't werk der bekeering alhier. Begin van de vervolging der Christenen. Verscheide Priesters elendig, nevens veel andren omgebracht. In 't breede door Montanus, en andren, gemeld. Nieuwe vonden am de Christenen te ontdekken. Kauwaytsdo A. 1626 een wreed mishandelaar der Christenen. Nieuwe wyzen van pynigen uitgevonden. Door van Combosamma A. 1631. Die in wreedheit van zyn Zoon gevolgd werd. Hy verbied de Kooplieden van Macauw op levens-straf A. 1639 in Japan te komen. Gezanten A. 1640.onthalst. 's Keizers dood A. 1653. Quane A. 1653 Keizer. En hoe 't Christendom hier verder uitgeroeid is. Zeldzaam geval van zes zwervers, A. 1704 op 't Eiland Zatsuma vervallen, en in Japan gebracht. Merkwaardig geval van den Priester Sidoti A. 1708 in Japan gekomen. De Vraag-stukken door hem beantwoord. En zyn elendige dood.p. 150-164.
VYFTIENDE HOOFTSTUK. Van den Hervormden Godsdienst.Waarom herwaards geen Predikanten gezonden, hoewels 'er eenige gevallig voor een korten tyd geweest zyn. Verder bericht van den handel onzer Dienaren in Japan ontrent hunnen Godsdienst. Welke den Schryver verfoeid, en zeer scherp overhaald. Uittreksel van een brief der Heeren 17 A. 1650.p. 164-166.

注  記
全 5 冊改装。
各冊の遊び紙第 2 葉に<EX LIBRIS Clemens Platen-Hallermund>との蔵書票。
[Volume IIIa]の図版 1 葉 (N. XXXII-N. XLVI) は重複。
ページ誤記:[Volume Va] p. 1-416, 416(=417), 416(=418), 416(=419), 416(=420), 416(=421), 416(=422), 417(=423)-462(=468).
[Volume IIIb] の標題紙は p. 586 の後の図版17葉に続く。


記載書誌
PAGES, 388. CORDIER, col. 426. UCHIDA, 434. ALT-JAPAN 1570. TENRI I, 496. CHR. MISSIONS II, 191. LAURES, 588. EDO-BAKUFU, p. 36.