224 Assendelft de Coningh, C. T. van (1821-1890)
Mijn verblijf in Japan. 1856.

MIJN VERBLIJF IN JAPAN, DOOR C. T. VAN ASSENDELFT DE CONINGH.
AMSTERDAM, GEBROEDERS KRAAY. 1856.
[1], vi, 180 p. 25 cm.

[DS/809/As](00015394)


目  次
INHOUD.
EERSTE HOOFDSTUK. Van Soerabaija naar Japan.—Zonderlinge manier van visschen.—Tegenwind en zijne gevolgen.—Een gevaarlijk oogenblik.—De Japansche kust.—De geheime seinvlag.—De baai van Nagasacki.—Ten anker.—Japansche vrijmoedigheid.—Eene geillumineerde sleepdienst.—Aankomost voor Decima. 1
TWEEDE HOOFDSTUK. Opperbanjoosten, Dwarskijkers, Ottona's en andere ambtenaren.—Aan wal.—Wachtposten en voelderlieden.—Mijne huisvesting.—Lastige commensalen.—Eene verzegelde poort.—Formaliteiten en controle.—Oorzaak daarvan.—Monselen.—Berg-Hollanders.—Het Bijbeltonnetje.—Angst der Japanners voor het Christendom. 17
DERDE HOOFDSTUK. Beschrijving van Decima.—Voorzorg tegen diefstal binnen de muren.—Het tolken-collegie.—De Kambang-kas.—De vogel-commissaris.—Japansche naauwgezetheid.—Een gezouten matroos.—De boeken-commissaris.—Proeven van Japansch-Nederduitschen briefstijl.—Het Banjoostenhuis.—Levenswijs der Nederlanders op Decima.—De compradoor.—Het complimenttouwtje.—De tajos of huishoudster.—Theehuizen. 30
VIERDE HOOFDSTUK. Kostbare wandelingen.—Natuurschoon door kunst verhoogd.—Salamanders.—De tuinman der Nederlanders.—Nagasacki.—Tempels, Priesters en eeredienst.—Suikerbakkers.—Prentverkoopers.—Hollans man en Hollans frou.—Een algemeen badhuis.—Het matsjoeriefeest.—Draagbare tooneelen.—Vader Hakwija.—Een Japansch middagmaal.—De optogt van den Gouverneur.—Toiletten der Japansche schoonen.—Het lampjesfeest. 49
VIJFDE HOOFDSTUK. Het feestmaal der tolken.—Amsterdamsch bitterlikeur.—Een belangeloos vriend.—Bezoekers.—Buitenkant en Binnenkant.—Twee Gouverneurs aan boord.—Het Japanshe compliment.—Eene curieuse conversatie.—Kleeding en eigenaardigheden der Japanners.—Geleerden en Doctors.—De naaldensteek........ toegepast op een dikken Europeaan.—Rammenassers.—Nijverheid en kunst.—Janmaat en de Japansche kooplui. 70
ZESDE HOOFDSTUK. De vlaggemast.—Het koper- en kamferwegen.—Chinesche smokkelaars.—Een bagatel, als koopprijs.—Het ijzeren staafje der Policie.—Het stelsel van dwarskijkerij.—Bezoldigingen.—De Japansche schatkist.—Voorzorg tegen oorlog.—Een vreemde eend in de bijt.—De bij-vrouw.—Huwelijken en huwelijks-makelaressen.—Spelevaren.—Wetten tegen de weelde.—Erfelijkheid der ambten.—Onderwijs.—Regtsbedeeling. 94
ZEVENDE HOOFDSTUK. Uiterlijke bedaardheid en deftigheid der hoogere, vrolijkheid en luidruchtigheid der mindere volksklasse.—Voorbeelden daarvan.—Eene zelfopoffering.—Een fragment uit de geschiedenis van Japan, dat de reden aangeeft, waarom alle blinden onder de bescherming des Keizers staan.—Het voorkomen en karakter der Japanners, vergeleken met dat der Chinezen.—Een blik op den handel tusschen Nederland en Japan. 128
ACHTSTE HOOFDSTUK. Reis van het Nederlandsche opperhoofd naar Jedo.—De lotgevallen van Benyowsky.— Welwillendheid der Japanners jegens ons.—Onwaarheid der vertelsels door vreemden verspreid.—Onderlinge hoffelijkheid en pligtplegingen der Japanners.—Een zonderling begrip van welvoegelijkheid.—Het luchtgestel, zonnehitte, stormen.—Eene grap.—Afscheidsbezoeken.—Vertrek. 150

注  記
標題紙の挿図に<F. A. Br. de Groot, del.><Konl. lith. v. C. W. Mieling.>。
標題紙の挿図の下に<Blz. 81.>。


記載書誌
PAGES, 625. CORDIER, col. 522. NIPPONALIA I, 1871. BLUM III, 3575.